Stemmen met een beperking
Op woensdag 20 maart zijn er Provinciale Statenverkiezingen en de Waterschapsverkiezingen.
Iedere Nederlander van 18 jaar of ouder heeft dan weer het recht om te stemmen.
Dit geldt ook voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking.
Zij vinden het belangrijk hun stem te laten horen.
Vooral als het gaat om belangrijke zaken als zorg, wonen, werken, toegankelijkheid en hoe daarmee wordt omgegaan.
Regelmatig zijn er vragen van mensen met een beperking, hun vertegenwoordigers, zorgaanbieders en gemeenten rondom hun rechten en plichten.
Hoe ga je bijvoorbeeld om met de stempas van een cliënt die bij je woont?
Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en Ieder(in) zetten de belangrijkste rechten en plichten uit het kiesrecht op een rijtje.
Ook in het VN verdrag inzake de rechten van personen met een handicap staat vermeld dat personen met een beperking in staat moeten worden gesteld hun stem uit te brengen.
Iedere Nederlander boven de 18 jaar mag stemmen.
De instelling overhandigt de stempas altijd aan hun cliënt.
Maakt de cliënt geen gebruik van zijn stempas, dan kan de zorgaanbieder de stempas weggooien.
Dit kan pas nadat de verkiezingen hebben plaatsgevonden.
De cliënt mag iemand anders voor zich laten stemmen.
In het stembureau wordt niet gekeken of iemand zijn wil kan bepalen.
Je moet wel zelfstandig kunnen stemmen.
Hulp in het stemhokje is alleen mogelijk voor mensen met een visuele beperking en lichamelijke beperking.
Aan mensen met een verstandelijke beperking kan er uitleg worden gegeven.Dit kan alleen buiten het stemhokje.
De uitleg gaat over het gebruik van het stembiljet.
Maar de kiezer moet zijn stem alleen uitbrengen.
Bron: VGN