Gemeenten laten mensen met een lvb in de kou staan
Mensen met een beperking krijgen in veel gemeenten nog altijd veel te weinig hulp om volwaardig mee te doen in de maatschappij.
Deze ongelijkheid is hardnekkig, blijkt uit een rondgang van NU.nl langs toezichthouders, onderzoekers en ervaringsdeskundigen.
Een vader met niet-aangeboren hersenletsel had een extra accu nodig voor zijn door de gemeente betaalde elektrische driewielfiets. Anders kon hij zijn zoontje niet naar school én weer terug brengen, vertelt hij aan NU.nl. Maar zijn gemeente weigerde. “Dit hebben we en hier moet je het mee doen”, kreeg hij te horen.
Een vrouw met een beperking loopt zelfs al jaren tegen gemeentelijke bureaucratie aan. “Ik moest zes jaar geleden een jaar wachten op een rolstoel waarmee ik zelfstandig de deur uit kon”, zegt ze.
En zelfs na een jaar wachten ging er nog bijna een streep door. De gemeente liet haar weten dat de rolstoel te duur was. “Maar nadat ik had geklaagd op sociale media en een hoge ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid zich ermee ging bemoeien, had ik binnen een week die rolstoel in huis.”
De angst voor de stroperige gemeentelijke procedures was zo groot geworden, dat ze een hulpverlener vorig jaar maar uit eigen zak betaalde voor de zorg voor haar kind. Haar spaargeld raakte daardoor op.
Vooruitgang is te minimaal en te traag
Onderzoek bevestigt al jaren dat zulke voorbeelden niet op zich staan. Dat er te weinig verandert, blijkt ook dit jaar weer uit het onderzoek dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) jaarlijks laat uitvoeren.
De uitkomst van deze door kennisinstituut Movisie uitgevoerde peiling onder 200 van de 342 gemeenten wordt in oktober gedeeld, maar projectleider Caroline Harnacke bevestigt aan NU.nl dat er wederom weinig verbetering is. “Het gaat veel te langzaam. Steeds meer gemeenten ondernemen actie, maar nog lang niet allemaal. Er is weinig verschil met vorig jaar.”
Er is dus wel enige vooruitgang, maar die is te minimaal en te traag. Dat beeld komt eigenlijk al sinds 2018 naar voren. In dat jaar besloot de VNG jaarlijks te laten onderzoeken of gemeenten zich aan het in 2016 door Nederland ondertekende VN-verdrag Handicap houden. Daarin is afgesproken dat overheden ervoor zorgen dat chronisch zieke mensen en mensen met een beperking gelijkwaardig kunnen meedoen aan de samenleving. In Nederland zijn dit zo’n twee miljoen mensen.
“Gemeenten werpen flinke drempels op voor ouders met een beperking”, verzucht Ieder(in). Zo wijst de belangenorganisatie op de (te) hoge bewijslast bij een hulpvraag bij de gemeente, maar zegt ze ook dat mensen voor hulp ten onrechte worden terugverwezen naar hun eigen netwerk.
Gemeente kwam aanzetten met een stoel in plaats van een stakruk
Ieder(in) schrok van de uitkomsten van een recente eigen enquête onder mensen met een beperking. Zo vroeg een deelnemer een stakruk aan om zichzelf te kunnen wassen. “Maar de gemeente kwam aanzetten met een trippelstoel, uit hun standaard aanbod. Die was ongeschikt voor mij. En ook nog eens tien keer zo duur.”
Volgens Ieder(in) komt het soms zelfs neer op tegenwerking door gemeenteambtenaren. Al is dat niet altijd bewust. “Maar mensen met een beperking zijn wél de dupe.”
Wat ook al jaren hetzelfde is in het VNG-onderzoek: er zijn grote verschillen tussen gemeenten. Ieder(in) ziet dat ook. “Het hangt nu te veel van je woonplaats af hoe goed je wordt ondersteund.”
Het probleem is dat er geen consequenties volgen
Het College voor de Rechten van de Mens is de partij die controleert of mensen met een beperking dezelfde kansen krijgen als mensen zonder beperking. Ook de onafhankelijke toezichthouder constateert dat gemeenten te weinig hun best doen. “Dat roepen we al jaren”, zegt een woordvoerder. “Ook wij willen dat het sneller gaat.”
Het grootste probleem lijkt het feit dat er in Nederland geen straf volgt wanneer het verplichte beleid niet op orde is. Dat is in veel andere landen anders. Zo zijn in Frankrijk bedrijven met meer dan twintig werknemers verplicht om werknemers met een beperking in dienst te hebben: minimaal 6 procent. Halen ze dit percentage niet, dan deelt de overheid een boete uit. Franse winkels waarbij de kassa’s niet toegankelijk zijn voor mensen met een beperking krijgen ook een boete.
In Nederland komen bouwbedrijven er nog steeds mee weg als ze huizen neerzetten die niet voor iedereen toegankelijk zijn. In veel andere Europese landen mag niet eens met de bouw worden begonnen als die toegankelijkheid niet in het bouwplan is meegenomen.
Zonder consequenties zal er weinig veranderen, constateert onderzoeker José Smits namens Vereniging Inclusie Nederland. “Nederlandse gemeenten kunnen het zich hierdoor veroorloven om de hulp aan mensen met een beperking te laten versloffen.”
(Via: nu.nl)