Medewerkers LFB naar Genève voor congres VN-Verdrag
Vijf medewerkers van LFB Wolvega zijn naar Genève gegaan voor een congres over het VN-Verdrag voor mensen met een beperking. Zij mochten meepraten, luisteren en ervaringen uitwisselen over het VN-verdrag met andere mensen uit andere landen.
Voor de aanwezigheid van de LFB was er veel respect. De grootste boodschap was dat we moesten doorgaan met ons goede werk in Nederland! Hieronder vind je ieders ervaring.
Henk van Dijk: “Ik heb een goed beeld gekregen hoe het in andere landen gaat, wat ik eerst niet wist. Ik heb het idee dat het in andere landen makkelijker is om iets op te zetten dan in Nederland, omdat wij nog veel grote instellingen hebben. Ieder land komt aan de beurt bij het VN-comité. Nederland was een van de laatste landen die het verdrag geratificeerd heeft. Wat dat betreft hebben wij nog veel in te halen met het VN-verdrag.
Het viel mij ook op dat mensen erg geïnteresseerd waren in mijn boeken. Het boek van Henk past bij artikel 19 wat gaat over het wonen in de samenleven. Het boek over mijn levensverhaal en het VN boek dat ik samen met mijn collega Jeanet Wardenier heb geschreven over het VN-verdrag in makkelijke taal.”
Wouter Ykema: “We zouden de VN-website nog uitgebreider kunnen maken. Misschien zou hij wel in het Engels kunnen en moeten we beter kijken of hij in makkelijke taal is. Ik heb gezien dat er wereldwijd nog veel moet gebeuren. In Nederland ga ik verder aan de slag met toegankelijke websites.”
Jeanet Wardenier: “Ik heb gezien dat we nog meer aan de slag moeten met makkelijke taal. Ik wil mij in Nederland inzetten om informatie, over de rechten van de mens met een beperking, aan de achterban door te geven. Ook wil ik mij ervoor inzetten dat de gemeentes meer gebruik maken van mensen met een verstandelijke beperking als het gaat om makkelijke taal. Het VN-comité wil mij hierbij helpen.”
Rietje Oomen: “Ik heb geleerd dat Nederland een van de laatste landen is dat het VN-verdrag geratificeerd heeft. En dat in Nederland de subsidies landelijk en provinciaal voor belangenorganisatie gestopt zijn. Maar het is voor het VN-verdrag juist belangrijk is dat belangenorganisatie hiermee aan de slag gaan. Dat vind ik vreemd, de subsidies worden gestopt en daarna wordt het verdrag geratificeerd, dat vind ik tegenstrijdig. Vooral nu we lokaal aan de slag moeten. Dit heb ik ingebracht bij het comité. Zij gaan nu kijken of er een wereldwijd fonds kan worden opgezet waar lokale belangenorganisaties op terug kunnen vallen.
Ik heb geleerd dat er veel vrijwilligers in het comité zitten die hun werk erg goed doen. Zij zetten zich in voor mensenrechten. In Nederland zouden we hier nog veel van kunnen leren.”
Jente Rink: “Deze reis was voor mij een grote leer ervaring. Ik heb geleerd hoe het VN-comité te werk gaat, waar zij zich voor inzetten en wat voor mensen er werken. Ik heb deze reis veel bijzondere mensen mogen ontmoeten. Zo was ik erg onder de indruk van Theresia Degener. Zij is de voorzitster van het VN-comité en is docent op de opleidingen Recht en Sociaal Work in Duitsland. Ik vond het mooi om te zien hoe zij haar studenten betrekt bij het VN-verdrag. Op mijn opleiding wordt hier weinig gebruik van gemaakt en ik zou graag zien dat hier wel gebruik van wordt gemaakt.
Aangezien ik Maatschappelijk Werk studeer lijkt het mij niet meer dan logisch dat de studenten weten waar mensen recht op hebben.
Verder heb ik gezien hoe belangrijk de LFB is in Nederland. Het vertalen van moeilijke naar makkelijke taal is echt nodig, zodat mensen begrijpen waar zij recht op hebben. Eigenlijk heb ik teveel geleerd om op te kunnen schrijven. Het was een onvergetelijke reis waar we nog jaren profijt van zullen hebben. Ik ben erg dankbaar dat ik dit heb mogen meemaken met deze geweldige groep mensen.”
We kijken terug op een leerzame week en bedanken al onze sponsors die gedoneerd hebben om de reis naar Genéve mogelijk te maken.