In de eerste week heb ik kennis gemaakt met de studenten. Ze vroegen naar mijn wensen voor het koken. Ze vroegen bijvoorbeeld of ik ook allergieën had. En wat wel en niet lekker vond om te eten. Ik kon mijn voorkeuren doorgeven aan de studenten.

Vanaf de tweede week gingen we van start met het koken. Wat mij op viel was dat de studenten mij het werk niet uit handen namen. Ze lieten mij zoveel mogelijk zelfstandig werken. Ze maakten op een goede en prettige manier contact met mij. Elke week ga ik een nieuw recept maken met weer andere studenten. De recepten die ik maak zijn uitgewerkt op papier. De stappen zijn kort en duidelijk beschreven. Ook staan er veel plaatjes bij. Dit is voor mij duidelijk. Ik krijg de recepten mee naar huis.