Werkbezoek bij VGN
VGN en gehandicaptenzorgorganisaties hebben kritische vrienden nodig. Alleen dan lukt het om een goede invulling te geven aan het VN-verdrag, de rechten van mensen met een handicap in de praktijk.
‘Er gebeurt al veel door en in de sector, maar we zijn benieuwd wat we nog meer kunnen leren van elkaar en wat er nog beter kan’, aldus Frank Bluiminck, directeur VGN, op de bijeenkomst ‘Implementatie VN-verdrag’ op 17 januari in Utrecht.
Om te horen wat er nog moet gebeuren om de implementatie van het VN-verdrag te verbeteren, was een zaal vol kritische vrienden bij elkaar gebracht door Ieder(in), LFB en de VGN. Een stuk of 15 bestuurders en beleidsmakers, maar vooral veel ervaringsdeskundigen en cliëntondersteuners. Zij kwamen via een rode loper binnen. Het was een inspirerende middag met aandacht voor elkaars verhalen en gevoelens en waarin en tips en adviezen met elkaar werden gedeeld.
‘Wat wil Henk zelf?
Henk van Dijk trapte de bijeenkomst af en vertelde over zijn ervaringen gerelateerd aan de rechten uit het VN-verdrag. Als baby kreeg Henk een hersenbloeding en vervolgens woonde hij vanaf zijn 8e in instellingen. In het begin op slaapzalen met 24 andere kinderen. Toen hij 30 jaar was, kreeg hij een eigen kamer. Alles werd voor hem bepaald.
Henk: ‘Kan je je dat voorstellen?’ Pas op zijn 50ste werd hem de vraag gesteld: ‘Wat wil jij zelf?’. Inmiddels woont Henk zelfstandig, met een beetje begeleiding. Hij doet zelf zijn boodschappen, hij kookt en hij geeft workshops om te vertellen over zijn ervaringen. Hij vindt het fijn om zelf te bepalen wat er gebeurt en hoe het gebeurt. ‘Niemand is perfect’ zegt Henk. ‘We hebben allemaal zo onze beperkingen’.
Op de site van de VGN staat ook nog een stuk hier over. Om te lezen klik hier.