Mogen anderen in jouw woonruimte komen? (H5)

Jouw kamer of jouw appartement is jouw woonruimte.
Anderen mogen daar niet zomaar binnenkomen.
Je hebt recht op privacy.

Een begeleider of medebewoner moet bellen of kloppen voor hij binnenkomt.
Hij mag alleen naar binnen als jij open doet of als jij zegt dat hij mag binnenkomen.

Als jij er niet bent, mag niemand in jouw woonruimte komen.
Behalve als je van tevoren gezegd hebt dat je dat goed vindt.

Begeleiders hebben vaak een sleutel van jouw woonruimte.
Het kan gebeuren dat de begeleider in jouw woonruimte moet komen, bijvoorbeeld als je ziek bent.
Daarom is het handig dat begeleiders een sleutel hebben.
Dit is vaak een vaste regel in woonvormen.

Het is belangrijk om afspraken te maken over het gebruik van de sleutel.
De begeleider mag de sleutel gebruiken:

  • als jij daarvoor toestemming hebt gegeven.
  • als er een probleem is dat direct moet worden opgelost. Bijvoorbeeld een lekkage.
  • als hij denkt dat er gevaar is.
    Bijvoorbeeld als je niet reageert op de bel en de begeleider bang is dat je bewusteloos bent.

Bij ernstig nadeel weegt het nadeel voor jou zwaarder dan je recht op privacy.

Voor jouw veiligheid moet de begeleider je deur open kunnen doen als dat nodig is.
Je mag dus geen extra sloten op je deur zetten zonder overleg.
Want dan kan de begeleider er niet meer in.
Dan kan hij je geen goede zorg geven als dat nodig is.