Zitten er grenzen aan het recht op geheimhouding? (H4)

Iedereen heeft recht op geheimhouding. Dat staat in de wet.
Dat geldt voor iedere burger en dus ook voor iedere cliënt.

Maar omdat je zorg en ondersteuning krijgt, zitten er grenzen aan het recht op geheimhouding.
Dat is omdat begeleiders de plicht hebben om goede zorg te geven.
Goede zorg aan jou en ook goede zorg aan de andere cliënten.
Dan kan het dat de goede zorg zwaarder weegt dan je recht op geheimhouding.

Begeleiders moeten jou goede zorg kunnen geven,
daarom zitten er grenzen aan jouw recht op geheimhouding.

Begeleiders letten goed op je gezondheid.
En ze zorgen ervoor dat je geen gevaar loopt.
Daarvoor moeten ze veel informatie over jou hebben.
Dan weegt goede zorg zwaarder dan jouw recht op geheimhouding.
Dat moet dan wel eerst met jou besproken worden.

Een voorbeeld:
Ik heb op mijn werk iets heel vervelends meegemaakt.
Ik wil niet dat iedereen dat weet.
Het is wel belangrijk dat begeleiders dat weten.
Dan kunnen ze mij goed ondersteunen.
Zij moeten dat weten om mij goede zorg te geven.

Als je een vertegenwoordiger hebt,
zitten er grenzen aan het recht op geheimhouding.

De vertegenwoordiger moet goed voor jou kunnen opkomen.
Daarvoor moet de vertegenwoordiger informatie hebben.
Over die dingen die voor jou te ingewikkeld zijn.
Dan weegt dat zwaarder dan jouw recht op geheimhouding.
Dat moet dan wel eerst met jou besproken worden.
Een vertegenwoordiger hoeft niet alles te weten als je dat niet wilt.

Een voorbeeld:
Mijn vertegenwoordiger weet dat ik vaak teveel eet.
Hij weet ook dat de dokter gezegd heeft dat dat niet goed voor mij is.
Dat is belangrijk zodat hij goed voor mijn belangen kan opkomen.
Hij overlegt daarover met mij en met mijn begeleider.
Dan kan mijn begeleider mij goed ondersteunen.

Als anderen gevaar lopen of ernstig benadeeld worden,
zitten er grenzen aan jouw recht op geheimhouding.

Dan weegt dat zwaarder dan jouw recht op geheimhouding.
Dat moet dan wel eerst met jou besproken worden.

Een voorbeeld:
Ik heb een besmettelijke ziekte.
Ik wil niet dat iedereen dat weet.
Begeleiders moeten dat wel weten.
Dan kunnen ze voorkomen dat ze zelf ook ziek worden.
Of dat de mensen om mij heen ook ziek worden.

Sommige wetten verplichten dat dingen verteld moeten worden.
Bijvoorbeeld als je een besmettelijke ziekte hebt.